Activate Javascript or update your browser for the full Digital Library experience.
Previous Page
–
Next Page
OCR
—_
10 OO DE OORLOGS-SPION..
verstaan..Zou hij nu te weten komen.of het Duitschers
waren? ‘ :
..-hun’slag konden laten slaan, zijn wij alleronver-
wachts ‘teleurgesteld geworden. Wij moesten -naar
Dixmuyden met den ouden brombeer en de Rajpoeten
waren gereed. Onze schuld is het dus niet, dat alles
niet liep zooals wij het geregeld hadden. Waren: wij
niet medegegaan met de Franschen, dan had_ onge-
twijfeld iemand ons kunnen verdenken. Thans.is alles
nog bij ’t oude. Wij worden vertrouwd, en ’‘daarvan
“ moeten wij gebruik maken.
— Maar — waagde een der mannen te zeggen — die
dokter Verbecke?...». : ,
— Ach wat! — vervolgde de eerste spreker. — Wat
~-nou weer? Die kerel-was toch bij ons? -
— Maar later, toen hij een tocht moest doen om: ver-
sterking te halen? . a
— Toen, dat heb ik geinformeerd, bleef hij in- het
Fransche kamp. En dan, veronderstel dat die kerel
eenig vermoeden krijgt van wat wij doen’en laten,
.is dat dan zoo’n wonder? Vijf tegen één zal toch niet
zoo’n groote strijd wezen?. aa
>=. En de Rajpoeten dan?
— Nog eens gezegd, dat is een samenloop van om-
~ standigheden, meer niet. Dat die kerels Wilhelm zoo
* hebben toegetakeld is ‘zijn eigen’ schuld,
De ‘soldaat sprong even woest op.
— Blijf kalm, — zeide de Ieider van het genoot-
schap. — Wij waren een avond te voren toch bij cen
van die hoofdlieden geweest, en ware het niet dat wij
door dien anderen kerel overvallen waren, dan hadden ©
“wij thans dat geheele kamp al uitgeroeid. Alleen nu
~ het feit dat Wilhelm de stommiteit heeft uitgehaald
_ om weer een masker voor te doen, is een reden ge-_
weest dat die Rajpoct hem gevangen heeft genomen.
Hoe wilden die kerels nu op ’t idee -komen dat wij
hen van hicr moeten verdrijven of verdelgen! Zij
_ spreken onze taal nict... bemerken nicts wat hier of in
_ het Fransche kamp -voorvalt “en kunnen dus nooit
eenige verdenking tegen ons hebben... .
Opeens verstomde de spreker...
Jules, die van uit de ammunitickist alles had ver-
nomen en dic het wel wat al te onbchagelijk ging vin-
den om zoolang daar te zitten, had het deksel cen
-weinig geopend en ecn arendsschrecuw 266 hevig uit-.
gestooten, dat hij minuten later: nog. de kracht ge- -
_ yoelde waarmede hij zijn stem geforceerd had,-
-De mannen daarbinnen. schrokken Op.
— Wat heb ik gezegd! — riep de soldaat met de
geteckende wang wit, 9 pty -
— Stil! —. bulderde de ander. a
Eenige oogenblikken heerschte- er een . doodsche
stilte, So, :
Toen — zelfs Jules schrok er even van op —- choorde
men van verre denzelfden schreeuw, doch. het. scheen
wel alsof ,meer dan één stem den roep had_beant-
woord.
In een oogwenk tijds dacht Jules aan de gevo'gen,
die uit dezen schreeuw konden voortkomen.
Immers als Leeuwenkoning ‘en de Witte Olifant,
die ongetwijfeld Jules’ schreeuw hadden gehoord,
eens hier kwamen! Wat dan?
Jules durfde zich evenwel niet te vertoonen..
Wanneer hij dit deed, dan was zijn lot wel zeker
voor altijd beslist., -
_ Er is nog zooveel voor hen te doen!
- Neen, niet te voorschijn komen. |
Maar als‘de Rajpceten eens naar hier kwamen?
Zeker zouden ze de vijf mannen, dic daar binnen wa-
ren vermoorden!... Beslist!!... En,schonden.zij. dan
niet de Fransche ylag? O! natuurlijk.. Jules twijfelde
. er thans geen oogenblik. meer aan dat hij hier te doen
had met-een bende schurken, die of zelf Duitschers
waren of zich voor geld verkocht hadden aan de
. .vijanden,. Maar zoolang hij niet mecrdere bewijzen
had, zoolang hij anderen nict kon overtuigen van de
zekerheid dic hij zelf reeds had, zoolang had, hij. ge-
duld, om des te meer in hevigheid den slag. te kun-
nen toebrengen! 2
- Wat-zou er nu gebeuren?
Naderden de Rajpoeten de batterij > oo
Jules probeerde door-een kier naar buiten te zien
Niemand was zichtbaar. . ve
De deur van het hol stond nog steeds open, maar
t was alsof de mannen, nog daareven druk in ge-
sprek, °psenomen waren in het doodenrijk..
Zou Jules het ‘dan toch maar wagen?
Voorzichtig, milimeter voor milimeter tilde Jules
bet deksel:on
Juist wilde hij het geheel opencn, tocn hij een
schreeuw — het sein. der Rajpoeten — van zeer’ dicht-
bij vernam. |
Met een harden slag liet- Jules het. deksel weet
necrvallen!..,,,
had de Rajpoctei wel: toe: willen brullen:
sooseert terug f vEr is gevaar’’... maar ’t was ¢én
cogenblik-alsof zijn tone. den dienst weigerde,
a
ty