Activate Javascript or update your browser for the full Digital Library experience.
Previous Page
–
Next Page
OCR
ae
Ni: le
“van vijfduizend man, 0
: 2onderlingen’
» Engelschen
: Hier begon een loopgraaf. De Franschen, die niet ge-
“rekend haddeén op zulk een enorme krachtsontwikkeling
der Duitschers, hielden wanhopig stand. Zij vochten
als Ieeuwen, doch zij vermochten ‘niet stand te houden,
“en trokken™ met’ ‘yerscheidene dooden ‘achter te laten
_regelmatig terug. Hierdoor ‘bereikten de Duitschers ‘het
‘dorp | en bezetten dit i in allerijl door een” ‘troepenmacht ,
overtuigd als~ zij_ Waren’ dat de
die aan de andere zijde van het dorp
modder belemmerd waren, ' ‘toch
Engelschen,
lagen, ‘maar’ “door °
pogingen zouden: aanwenden om het veroverde 1 te her-
“nemen.
De achtergebleven Duitschers j pédigten dus op aller-
“lei manier ‘versterkingen te maken, terwijl de andere
~ troepen vooruit rukten naar de vlakte van Vermelles © en ‘
. Quinchy.
De Fransche bevelhebber had evenwel, zoodra
‘Givenchy in’ Duitsche handen was gevallen, zijn troe-
“pen samen gebracht op’ deze’ steunpunten en de Fran-
‘schen’ wachtten de heftig offensief ‘optredende 1 Duit-
schers op met gevelde bajonetten.
‘Na een salvo var geWeerschoten, — de artillerie kon
~ op deze vlakte, tusschen de heuyels gelegen, niet ope
" reeren, rukten de Franschen geestdriftig: vooruit,,
~brulden in’ hevige ‘emotie ‘hun “Marseillaise. De olficie.
ren’ zweepten de mannen ‘op door hun schétterende
stemmen. yEn avant mes braves! En avant. .
De legers ; zntmoetten’ ekaar. oO
~" De bajonetten, lang ‘en vlijmscherp, staken’ de’ ‘licht-
men der mannen’ omver en menigeen viel met” ecn gruw-
DE QORLOGS-SPION. |
straks,... het’ is niet te zeggen. Zeker is het;- dat’ de
Duitschers teruggingen van uit ‘het’ dorp’: naar de “pas
-op de Franschen gewonnen loopgraaf.
_moest’ de achtergelaten bezetting van Givenchy ‘mede |
De Engelschen deden precies alsof zij het zeer‘zwaar —
te verantwoorden hadden in de modder, hoewel” Zij
‘toch steeds meer en meer naderden.
~ Door ‘het ‘fit’ nu, dat de-Franschen’ op “de vlikten
van Vermelles en Quinchy de Duitschers terugjoégen,
het vuur ‘in.
~ Daardoor kwamen de Engelschen’ vrij, want de Dit. .
schers dachten niets anders dan dit: ,,de Engelschen
zijn in hun eigen graf.” -
Doch nu verkeerden de kansen gehcel’en al!
“De Engelschen hadden, ondanks‘de modderpoelen,
toch den vasten’ grond ° bereikt, .bezetten onmiddellijk -
-de kerk’en het kerkhof en joegen de Duitschers met ge
veld bajonet de Franschen tegemoet.
Tegen zulk een gevecht was niemand bestand. Wel
_ probeerden de officieren nog een poging tot doorbraak,
“maar hun kracht was verlamd.~De Duitschers ‘wierpen
de-wapens weg en staken de handen’ op ter overgave.
Twee geheele compagnieén werden gevangeh geno-
n men i in‘dat oogenblik, waarop de strijd beslist was.
De Duitsche aanival, «zoo schitterend- voorbereid;’ “Was
totaal op een mislukking uitgeloopen!...
Overal langs de gansche linie van La’ Bassée' was
"men teruggeslagen en een doorbraak ‘naar’ Duinkerken
of Calais was nog verder weg dan in het begin van den
oorlog.
zamen kreet ‘van angst, schrik en pijn op ‘de kille aarde
die sidderde ‘order al dat krijgsgewoel.
~ Met ‘een hevigheid er ‘met: een z00 “ buitengewone
“-geestdrift wierpen de Franschen zich herhaaldelijk op
de ‘Duitschers, dat deze ten slotte terugdeinsden en
wegvluchtten naar’ Givenchy. :
De Franschen hen achterna ! Over'de gevallen kanic-
raden en vijanden liep’ men’ voort, hijgend, met bloed
Bespatte kleederen,"o om den’ vijand te achterhalen. ’
“De Engelschen die’ aan “de tegendvergestelde ‘zijde’
lagen van: het dorp, en-die te kampen ' hadden | “met
“modder, aarzelden evenwel: niet lang.
- Ondanks het: geweldige™ geweervaur, idat ‘de ‘Duit- ©
“schers’ naar. hen’ zonden,’ gingen zij stoutmoedig. de
modder in, tot aan-het middel... -
Of nu de Duitschers *verbaasd “waren ‘ over.
aanval. 1. of. zij _verwachtten,
zich toch ~ zouden’
“dezen
‘dat’ de
a
mocten™ ov erge\’ en, .
‘Den’ ganschen dag had men gevochten.” ‘Ruim vijf
uur in den avond zeide de bevelhebber, dat de strijd
’ geéindigd was want alle posten waren nw in’ ‘Tust en
geen vijand vertoonde zich meer.
— Uw verkenning was Prachtig! ms - 200 » pra, de
-bevelhebber- tot Jules. -
*~ — Het is me. tenminste. e gelukt® u eed te © waarschu-
rom
ve Prachtig. Komt uw met mij ‘mee?
“= Dank
— Waar moet ge dan heen?
— Naar het slagveld. ;
: —— Waartoe? witiee Ellew me tel De al Pat AT
. ed Helpen. os . vee Sele oe seeks ~ - .
— Ge zijt te moe. We SIND OD Le Sara et oo
— Nog ‘niete wees one at ote . oS - a foe
— Tot’ straks dan. PE NGI Te
“2Gaarne. ° SOE a GP wor
~ Jules ging heen, gat zijn paard® aan’ een uideit sol-.
if
Se