Activate Javascript or update your browser for the full Digital Library experience.
Previous Page
–
Next Page
OCR
8 . OS - DE OORLOGS-SPION.
‘-—— Zou de kerel slapen? — vroeg de. een.
— St. Houdt ‘je stil. Je weet nooit wie het is. Heb ©
jij gezien hoe. die man keek?.
— Jawel.
— Die durft geloof ik alles.
— Ik zou niet graag met dat sinjeur vechten,
’t Is een echte Spanjaard, zeg. We moeten oppas-
sen. 1. De kere] is niet gefouilleerd. Misschien heeft hij
nog een dolk bij zich.
— Ben je dol! — Hij zal ons niets doen, |
-— Wat zou die vent hier komen doen?
— Weet ik veel. Loe ae
— Mogelijk een spion. ~ :
— Och kom. Jij met je muizenesten altijd. Dat is
onzin, driedubbele onzin. Als ’t een spion was zou dat
immers door den commandant wel opgemerkt zijn. En
dan morgen gaat hij naar Brugge. Nou, wat is daar nu
te spionneeren? Niets dan-Duitsche soldaten, die die
Kaffers van Belgen mores leeren.
— Vindt jij het hier 200, dat je hoop hebt op een
overwinning ?
_ — Ik niet.
— Waarom denkj je dat?
— Duurt me te lang.
— Dat komt van den regen.
— Jawel! Maar voor dien tijd kwameri we ook niet
vooruit. Wat hebben we er nu aan dat wij hier liggen?
De duinen versterkt. Prachtig. Deze hoeve bezet. Alles
- goed en wel. Maar ’t legerbestuur heeft zelf wel be-
merkt dat hier geen beslissing vallen kan. Wij hebben
hier betrekkelijk weinig troepen. En wat hebben we er
aan? Niets! Totaal niets. We schieten niet op,
man...: Als ’t zoo voortgaat is het wel zomer eer we
goed en wel kunnen beginnen.
— Een mooie troost.
— Zeg liever dat het allerellendigst is» Het is nu
eenmaal niet anders, maar ik zat op ’t oogenblik liever
thuis achter mijn boeken dan hier.
_— Wat doe jij eigenlijk?
soa
arnel Studeeren! Al acht j jaar lang, maar het bier is een ,
te. verleidelijk: genotmiddel zoodat ik meer in de kroeg
‘studeer dan thuis. Nu kom ik pas tot de ontdekking.
‘Beide landweermannen vertelden elkaar van huis en
langzaam aan kwam ook over hun de slaap, waartegen
zij zich niet verzetten.
‘Jules bemerkte dit alles ondanks de duisternis..
Wanneer
buiten te komen. De rest zou wel volgen, Was hij een-
het hem maar gelukken wilde om naar.
maal in de duinen dan zou er wel een middel wezen om
weg te komen. uit de Duitsche gelederen.
Een zacht snorkend geluid bewees dat een der man-
nen reeds '‘sliep. Maar de andere? ‘
— Hei daar! — waagde Jules heel zacht te roepen.
_ Geen antwoord volgde. ,
: Jules Tiep iets luider!
Gelukkig bleef alles rustig.
Nog één mogelijkheid was er. Deze. De kerels kon-
den zich, evenals Jules daareven gedaan had, slapende
houden. Voorzichtig kroop hij naar de plaats waar de -
» twee mannen lagen, en werkelijk! zij sliepen.
Jules zegende het lot dat hem weer gunstig was ge-.
weest, tot op dit oogenblik. Doch nu al het andere!
Dat was moeilijker ! a
Hij sloop stil de deel over en zocht door een koestal,
die de Duitschers reeds lang ontvolkt hadden, een uit-
weg. Zooals op alle boerderijen lag achter den koestal
de mestvaalt die ledig was, alleen scheen het een klein
meer toe. Doch wat deerde dit? Jules opende behoed-
zaam de deur door de grendels er af te schuiven en.
kwam op een smal pad terecht, dat langs de mest-
vaalt heen liep naar een stuk tuin, aan de andere zijde
van het erf. Jules oordeelde het beste door den tuin te.
' gaan om zoodoende mogelijke incidenten met’ schild-
wachten te ontloopen. Sluipend, als een Indiaan in
de oerwouden der wildernis, liep Jules voort, af en toe
omziende of hij ontdekt was geworden. Het kwam er
nu maar op aan om snel te marcheeren! Want hoewel
Jules van tijd noch uur wist, vermoedde hij toch dat de
morgen niet ver meer wezen kon! Hij liep nu snel' den
tuin door, sprong over een smal grachtje'en betrad
het duin. Oppassen werd het hier. In den jachttijd
luidde het altijd, ,,hier liggen voetangels en klem-
men’”’ doch nu lagen er erger dingen, namelijk Duit-
schers.
Zorgvuldig, als bakende hij een weg af, liep hij het
_ duin op en af om zoo het strand te bereiken.
Dit was niet ver af..Eenmaal op het strand gekomen
zijnde, liep Jules tot dicht bij het water en richtte zijn
schreden daarop naar Nieuwpoort.
Zonder eenig oponthoud, naderde hij de havenhoof-
den en geen minuut zich bedenkende, wierp Jules zich -
in het ijskoude water. Als een razende werkte hij met
handen en beenen, om door geen kramp getroffen te
worden,
dankte Jules het dat hij binnen eenige minuten aan de
-overzijde, de zijde der geallieerden, den wal beklim-
en alleen aan de enorme lichaamskracht
aa
oy